dinsdag 24 juli 2012

Trap naar beneden


Stel:  je bent een werkende vrouw van bijna 60. Je hebt al negen jaar een latrelatie met een aardige, niet onknappe man die alles voor je over heeft. Jullie zien elkaar met enige regelmaat, doch naar zijn zin te weinig.  Hij heeft twee grote kinderen maar verder niemand dichtbij staan, hij wil gewoon  af en toe samen met een leuke vrouw simpele dingen doen; wandelen, fietsen, boodschappen doen, terrasje, knuffelen, dat soort banale zaken... Maar eigenlijk houd je de boot al tijden, en steeds vaker af. Je hebt je kinderen, je kleinkind, je vader, neven en nichten in België,  je collega’s, je vriendinnen.  En je gaat daar kennelijk het liefst zelf mee om. Je accepteert liever geen hulp, ook niet van je vriend, want dat is zwakheid tonen. Hij heeft je ooit een leuk luxe vibratortje van de Bijenkorf gegeven voor als hij er niet was, dus je kunt jezelf uitstekend redden. Deuren kun je zelf openen, daar heb je geen man voor nodig. Je kunt zelf in je jas komen, en je stoel hoeft ook niet te worden aangeschoven in een restaurant. Door niet te willen ontvangen ontneem je hem het genot van het geven, maar dat dringt niet tot je door.

Je staat al jaren ingeschreven voor een riante gelijkvloerse seniorenflat. Je vier jaar jongere vriend heeft wel eens  gezegd dat hij later graag met jou wil samenwonen. Zodat  jullie elkaar bij kunnen staan en makkelijker dingen samen kunnen doen. Zodat hij ’s morgens een ontbijtje op bed voor jullie kan maken. En jij hebt dan wel eens gezegd: ‘Dat lijkt mij ook wel leuk’, maar erg overtuigend liet je het niet klinken... Meer een beetje gedachteloos terloops, net genoeg om hem in de waan te laten…

Als je dan die flat krijgt aangeboden, dan haak je af. Je laat de kans voorbijgaan en schrijft je uit. Je zegt niets tegen je vriend. Die komt daar pas een half jaar later achter als hij belangstellend informeert of je al eens wat gehoord hebt van die flats in je vader’s straat. Dat eventuele samenwonen zou overigens pas over een jaar of tien, twaalf plaats gaan vinden, als hij ook eindelijk AOW zou hebben. Je zegt dat je die flat hebt afgezegd.
En daarmee sla je in één klap al zijn verwachtingen, zijn toekomstbeeld en zijn dromen aan diggelen. Want wat je al wel enige tijd deed, was het regelmatig praten over die ‘schattige jaren ‘20 arbeidershuisjes’ in een andere buurt.

Van die kleine ex-krotten, zwaar gerenoveerd, nu met cv maar nog altijd met een steile trap naar boven en zo’n armoeiig uittrekladdertje naar een minuscuul vlierinkje. Waar nog geen tiende van je spullen in past, laat staan de duizenden boeken en films waarmee je vriend zich graag verpoost. Je vertelt niet waarom je die beslissing genomen hebt. Maar je ziet ’m denken: ‘je bent zo met pensioen, wordt krammenakkig en dan ga je bewust in een te klein huisje met een trap zitten?’

Aan diggelen dus, zijn ideeën. Want op dat moment dringt de gruwelijke werkelijkheid  tot hem door dat jij gewoon plannen maakt zonder hem daarin te betrekken, dat jij gewoon je eigen gang gaat en dat daarin kennelijk voor hem helemaal geen plaats gereserveerd is. En dat je daar al jaren mee bezig bent.

Daarna wordt je steeds afstandelijker, je kijkt als hij bij je is naar de debiliserende tvshows die hij verafschuwt en je laat in bed steeds vaker je rug zien. Je gaat een vale verkleurde Hema nachtpon dragen, de schattige Hönkemuller hemdjes die hij voor je gekocht heeft laat je in zijn nachtkastje liggen. Dat begint hem op te vallen, zelfs lichtelijk te irriteren. Hij begint op zulke zaken te letten. Tot hij een jaar later, na een onbenullige woordenwissseling, al die zaken eens op een weegschaaltje gaat leggen. En dan tot de conclusie komt dat er van jouw kant helemaal geen sprake meer is van een latrelatie, zelfs niet eens meer van een neukmaatje. Er komt gewoon niets meer uit je en dat zal ook niet veranderen, als het aan jou ligt.

Als je ex-lover-to-be dan, nadat je hem na zijn vraag of je eens over de relatie na wilt denken drie weken in het ongewisse hebt gelaten, een brief schrijft waarin hij aangeeft geen gezamenlijke toekomst meer te zien, dan bezorg je hem de volgende dag zijn pyama terug.

Stel: je bent de man die dat overkomt. Zou het dan vreemd zijn dat die man aan zichzelf gaat twijfelen en voorlopig even geen relatie meer hoeft?  Zou het dan vreemd zijn dat hij denkt dat hij aan het lijntje gehouden is? Dat aan het lijntje gehouden worden, dat is diefstal. Diefstal van moeite. Van inspanning. Van liefde. Van tijd. En tijd is op deze leeftijd kostbaar. Wat voor de één de trap naar boven wordt, is voor de ander een trap naar beneden.

1 opmerking:

  1. Ik hoop dat je er door dit van je af te schrijven overheen komt. En dat het meisje van vroeger daar wat aan kan bijdragen. Sterkte en veel geluk.

    BeantwoordenVerwijderen