Al sinds mijn twaalfde levensjaar lees ik de boeken van Jack Vance. Vance is een inmiddels 96 jarige Amerikaanse science fiction auteur die ik beschouw als een der beste schrijvers in dit genre. Ik citeer uit Wikipedia: "Een kenmerk van het werk van Vance is zijn beeldende taal en suggestieve schrijftrant. Voor het geestesoog van de lezer ontrolt zich het decor van de vertelling. Planeten, landschappen, klimatologische omstandig-heden, flora en fauna, geuren en kleuren, steden, nederzettingen, kastelen, burchten of sloppen en de bewoners (zowel mensen als bizarre, doch volstrekt invoelbare wezens) ervan - met hun leefwijzen, behuizing, kledings- en voedingsgewoonten, zeden, absurde gewoonten, (a)sociale omgangspatronen, kasten, rangen en standen, middelen van bestaan, transport- en communicatiemiddelen - zijn als het ware uit te tekenen. Vance schetst de contouren, en de lezer vult ze moeiteloos in. Soms gaat hij ook heel gedetailleerd te werk, haalt hij de beschrijving uit een "Intergalactische encyclopedie" aan of gebruikt hij voetnoten om een en ander duidelijk te maken..." Ik ben het er roerend mee eens. Hoewel ik een aantal uitgaves van Vance's werk in het Engels heb, is mijn fascinatie als kind grotendeels geaard in de weergaloze vertalingen van Mark Carpentier Alting en Annemarie van Ewyck.
Natuurlijk las ik ook boeken van andere sf-auteurs. Asimov, Harrison en Leiber staan nog altijd op een redelijk hoge plank in de boekenkast. Lafferty, Harness, Blish, Laumer, Niven, Pohl, Van Vogt, Silverberg, Zelasny, Heinlein, LeGuin, Aldiss en Herbert - zelfs hij - hebben uit plaatsgebrek hun weg naar de vuilnisbak gevonden. Aan andere auteurs ben ik zelfs nooit begonnen als ik de achterkaft had bekeken. Vance is gebleven. Om zijn oeuvre te beschermen tegen de tand des tijds heb ik mijzelf leren boekbinden. Zeker ééns in de twee jaar lees ik al zijn werk opnieuw. En ik heb het gevoel dat in die 43 jaar al zijn personages, zowel de soms wat sukkelige helden tegen wil en dank als de in en in gemene slechterikken, goede vrienden zijn geworden. Vrienden die er altijd zijn, die ik kan vertrouwen, die mij nooit teleurstellen.
Des te vreemder bekomt het me dat er tot op heden geen enkel verhaal van Jack Vance zijn weg naar de bioscoop heeft gevonden. Terwijl veel werk van zijn tijdgenoten - uit de jaren veertig tot zestig - wel het witte doek heeft gehaald.
Vooral van Philip K. Dick (1928-1982) is veel verfilmd: "Do Androids Dream of Electric Sheep?" als Blade Runner; "We Can Remember It For You Wholesale" als Total Recall; "Minority Report" onder dezelfde titel en "A Scanner Darkly" als animatiefilm.
De auteur Isaac Asimov werd ondermeer bekend door zijn robotverhalen - hij was de opsteller van de drie wetten der robotica (1950) - waar er meerdere van verfilmd zijn, bijv.: "I, Robot" en het fantastische "Bicentennial man". De vele Apenplaneetfilms zijn gebaseerd op het werk van Pierre Boulle uit 1963. Het enge doch niet eens zo vergezochte sinistere toekomstbeeld uit "Soylent Green" is gebaseerd op het boek "Make Room! Make Room!" van Harry Harrison, gepubliceerd in 1966. "A Clockwork Orange" van Anthony Burgess dateert uit 1962 en kwam als film uit in 1971. Van recentere datum is Terry Gilliams "Twelve Monkeys", maar Gilliam is daarmee voor mij nog geen sf-schrijver. Frank Herberts zesdelige serie 'Dune' begon in 1963 en kwam als tv-serie uit in 2001... "AI" van Steven Spielberg is gemaakt naar de novelle "Super-Toys Last All Summer Long" van Brian Aldiss (1962). Om er maar een paar te noemen.
De afgelopen jaren is "Tschai" als acht-delig stripverhaal uitgekomen. Het deed mijn geestesoog geen pijn. Maar van de genialiteit van Jack Vance is kennelijk geen regisseur of producent overtuigd. Terwijl zijn vierdelige epos "Tschai, de waanzinnige planeet" zich uitstekend zou lenen voor een verfilming. Alles zit er in: avontuur, aliens, liefde. Om maar niet te spreken van de Duivelsprinsencyclus: bij uitstek iets voor regisseur Ridley Scott.
Tot het zover is vermaak ik mij altijd kostelijk als ik de 'jeugd' enthousiast hoor zijn over een nieuwe spetterende sf-film. "Knul", zeg ik dan, "Goed hè, die schrijvers van vijftig, zestig jaar geleden!"
Zitten ze je dwaas aan te kijken....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten